Er werd groots uitgepakt voor haar tweede verjaardag want pappa, mamma en allebei de opa’s en oma’s hadden het hele weekend bij ons geboekt. Inclusief ontbijt, lunch en diner ook nog zodat ze de deur niet uit hoefden als ze dat niet wilden.
Zaterdag was de grote dag. We hadden op hun verzoek bij onze plaatselijk banketbakker een taart besteld en de slingers opgehangen. En daar zat ze dan: te stralen in haar kinderstoel en gierend van het lachen om zoveel aandacht. Na wat kleine cadeautjes kwamen de opa’s met het enorme pakket dat al sinds hun aankomst in onze hal stond en waarover we ons al een paar keer hadden afgevraagd wat er in zat.
Met tromgeroffel werd het papier eraf gerukt en een prachtig hobbelpaard keek stralend in de rondte. Het was vroeger van de moeder van de kleine geweest – zo begrepen we later – en door de beide opa’s tot in de puntjes gerestaureerd. Terwijl de oohs en aahs niet van de lucht waren, zette de kleine het op een oorverdovend krijsen en hoezeer iedereen ook zijn best deed, ze wilde niets van het paardje weten en het krijsen hield pas op toen het paardje weer naar onze gang was verkast.
‘Dat was een goed idee,’ zei de ene opa tegen de andere.
‘Een wereldidee inderdaad!’ luidde het antwoord. ‘Laten we er maar een borrel op drinken.’