Fatsoen


Gepubliceerd op: 13/01/2025

Toen ik binnenkwam kreeg ik ongeveer tranen in mijn ogen. Deze chaos was ongeëvenaard. Overal lag en stond iets, behalve op de plaatsen waar iets hoorde te staan. De vaatwasser was bomvol en de vuile vaat die nog opgestapeld stond genoeg voor nog eens minstens drie volle machines. Het aantal lege wijnflessen zou een hele klikobak te vullen en de gebruikte handdoeken, kranten en tijdschriften slingerden door het hele huis. Ik werd boos. Zo boos dat ik de contactpersoon van de groep meiden die het huis gehuurd hadden, een appje sturen:

‘Was het nou echt nodig om deze onbeschrijflijke puinhoop achter te laten? Dit is toch zeker ongehoord?’

Er kwam geen reactie. Dat had ik ook niet verwacht. Ik kon dan ook maar beter beginnen met puin ruimen en schoonmaken in plaats van mijn energie te verdoen aan trekken aan een dood paard. Maar drie kwartier later hoorde ik auto’s het erf op rijden. Dit zou toch niet?

‘Sorry mevrouw. We weten echt wel beter dan dit en willen het graag goedmaken.’

Ze waren terug komen rijden om te helpen. Twaalf jonge vrouwen die als een wervelwind door het huis raasden waardoor het anderhalf uur later schoner was dan ooit tevoren. Zelfs de ramen glommen me tegemoet. Moraal van dit verhaal?

‘Verlies nooit het vertrouwen in de goedheid van de mens.’