Bij de boeking hadden we het verhaal al gehoord en dat was pittig. Mevrouw was een half jaar geleden plotseling weduwe geworden en ging voor het eerst met haar tweeling – twee meisjes van amper zes – alleen met vakantie. Daarom redelijk dichtbij huis zodat ze geen lange reis hoefden te maken. Het verdriet was haar aan te zien. Verdriet tekent nu eenmaal. Omdat het verhaal ons raakte hadden we extra werk gemaakt van de ontvangst en ons voorgenomen om meer dan bij andere gasten in de buurt te zijn voor het geval we nodig waren.
Op dag drie kwam de tweeling aankloppen. De meisjes waren in blinde paniek want mamma was ziek. Dat bleek, na een bezoek van onze huisarts, een klassieke buikgriep te zijn. Mevrouw was zo doodziek dat ze niet eens voor zichzelf kon zorgen, laat staan voor haar kinderen. Vond ze het oké als we bijsprongen? Haar verzorgden? Ons om de kinderen bekommerden? Met haar uitgestoken hand en tranen leek ze ‘ja’ te zeggen.
Aan het einde van week een kon ze weer een beetje op haar benen staan. Al was daar alles mee gezegd. We zetten haar in een luie stoel onder de veranda zodat ze kon zien hoe haar meisjes de kippen voerden, de poezen aaiden en onze hond achter zijn vodden zaten. Ik maakte kippensoep voor haar om aan te sterken en bakte pannenkoeken voor de kinderen.
Halverwege de tweede week voelde ze zich weer in staat om achter het stuur te kruipen voor een verkennend toertje door de omgeving. Toen ze terugkwam had ze een bos bloemen voor ons bij zich die amper op de bijrijder stoel paste; zo groot. Ze vroeg zich hardop af waar ze het aan verdiend had dat wij zo intens liefdevol voor haar en de kinderen hadden gezorgd.
In de meivakantie komen ze weer twee weken. De meisjes gaan na de zomer naar de middelbare school. Inmiddels noemen ze ons opa en oma.