De man was alleen gekomen. Precies zoals hij had geboekt: voor één persoon met alles erop en eraan qua eten en drinken. Hij had de laatste kamer gekregen, want in het hoogseizoen is het altijd volle bak bij ons. Hij was opvallend op zichzelf. Totaal niet op zoek naar contact of in voor een praatje. Twee volle dagen, drie nachten was hij er. Na het ontbijt ging hij de deur uit voor een wandeling en na de lunch idem dito. Voor de rest zagen we hem vaak zittend op het terras. Met een drankje en genietend van het uitzicht over de landerijen.
Bij het uitchecken vroegen we het obligate ‘was alles naar wens?’ Hij vroeg zich hardop af of dat de juiste vraag was in zijn geval. Hij had wel een besluit genomen tijdens zijn verblijf, zei hij. ‘Na meer dan vijfentwintig jaar huwelijk heb ik besloten er een punt achter te zetten en me niet langer door mijn vrouw te laten koeioneren.’
Hij dacht dat de fijnste tijd van zijn leven nu aangebroken was.
‘Eindelijk vrij!’