Buiten in de tuin staan speeltoestellen en een trampoline, babybedjes en -badjes zijn er voor wie die nodig heeft en er staat een bolderkar om kinderen mee naar het strand te nemen. Dus om nou te zeggen dat we niet op kinderen zijn geëquipeerd?
Dit stel had een dochtertje van drie en zij was zwanger van de tweede en achteraf wist ik het al toen ik ze de auto uit zag laden. Het meisje, een schatje om te zien overigens, krijste zo hard dat onze hond het ervan op een janken zette. En wat er nou aan de hand was? Pappa en mamma reageerden amper op de driftbui van het kind met als gevolg dat het nog een tandje bijzette. Toen mamma haar hand naar haar uitstak en vroeg of ze meeging, begon ze te slaan en gilde ze dat mamma weg moest gaan omdat ze mamma haatte.
Kon dit nog erger worden? Jazeker wel! Eenmaal binnen begon ze tegen de muur te schoppen, daarna trok ze een plant omver en toen pappa haar optilde begon ze weer tegen mamma te gillen dat die weg moest gaan. Achteraf had ik er beter meteen iets van kunnen zeggen, want die avond was een drama en dat drama kreeg een geweldige apotheose aan het ontbijt. Natuurlijk wilde het kind niets eten, natuurlijk was er niets goed genoeg en natuurlijk bleef ze dreinen en gillen - ze kon blijkbaar niet anders en aangezien de ouders haar vooral negeerden in plaats van te corrigeren zou het er niet snel veel beter op worden.
Toen ze jampot door de tent smeet was de maat vol. Ik vroeg de ouders of ze hun dochter misschien wat meer in toom konden houden, omdat dit me toch echt te ver ging. De moeder stond op en zei dat het dan niet meer hoefde voor haar. ‘Ik dacht dat jullie hier op kinderen waren ingericht?’ riep ze. ‘Maar oké, dan niet!’
Ze vertrokken rond 11 uur, een etmaal vroeger dan de bedoeling was. Hun kamer was zo’n ontzettende puinbak dat we vijfeneenhalf uur aan het schoonmaken zijn geweest. Even hebben we overwogen om van ons kindvriendelijk beleid af te stappen. Maar de volgende kinderen waren wel gewoon opgevoed en dat maakte veel weer goed.