Zegeningen


Gepubliceerd op: 12/09/2022

Het was net als nu een eindeloos mooie zomer geweest met een neerslagtekort dat zorgelijke vormen had aangenomen – ik meen me te herinneren dat we het hier over 2018 hebben. Onze gasten hadden we er niet over horen klagen trouwens, in de afgelopen maanden. Die waren alleen maar heel erg blij dat ze hier, gewoon in Nederland en gewoon dichtbij huis, hetzelfde heerlijke weer hadden als wanneer ze naar het zonnige zuiden waren afgereisd.

Maar toen deze gasten arriveerden miezerde het weer eens sinds lange tijd en dat viel op – kun je nagaan. Bij hun welkomstdrankje ging het miezeren over in regen en na een paar uur plensde het alsof het nooit anders was geweest.

En de regen hield aan. De hele twee weken dat ze hadden geboekt zou het bijna onophoudelijk regenen. De dorre natuur rondom veranderde in een modderpoel en de heldergele hemel waar we zo aan gewend waren was een onmbestemd, laaghangend grauwgrijs geworden.

Tijdens het ontbijt op dag vier of vijf zei ik dat het me zo speet dat het weer het zo liet afweten. Maar zij maalden er niet om, zeiden ze. ‘Lampje aan, kaarsje aan en een blok hout in de haard als het wat vochtig wordt. Wie kan dat zeggen? Heerlijk!’

Zij hadden er al sinds het begin van hun samenzijn, nu bijna vijfentwintig jaar geleden, een gewoonte van gemaakt om elke dag te starten met het noemen van alles wat ze wél hadden en wat er wél meezat. ‘Probeer maar eens,’ zei zij. Om je zegeningen tellen.

En inderdaad.