Het ‘molletjeshuisje’


Gepubliceerd op: 07/11/2022

Het was in eerste instantie niet erg duidelijk of hij de opa of de vader van het meisje was. Totdat we haar hoorden roepen dat opa moest komen omdat ze het ‘dak van een molletjeshuisje’ had gevonden. Opa beende op haar toe. Samen zaten ze minutenlang op hun hurken bij de molshoop te vertellen. Toen ze weer terug op het terras kwamen, waar een biertje voor opa en een appelsapje voor zijn kleindochter klaarstonden, vertelde opa dat hij en zijn kleindochter er twee keer per jaar – als het aan hem lag was dat elk seizoen! – op uittrokken om van de natuur te genieten.

‘Ik ben zelf een boerenzoon,’ zei hij. ‘Opgegroeid met de natuur dus. Hoewel ik na mijn studie in de stad bleef plakken wilde ik haar moeder – hij maakte een gebaar naar zijn kleindochter – graag bijbrengen wat ikzelf geleerd heb van mijn vader. Want het is heel wat waard om de natuur een beetje te kunnen lezen.’  

Bij ‘haar moeder’ waren zijn lessen echter aan dovemans oren. ‘Ik moest al snel erkennen dat het er gewoon niet in zat.’ Maar bij zijn kleindochter gingen opa’s verhalen erin als zoete koek. Hij hield het er maar op dat dit interessegebied gewoon een generatie had overgeslagen.

Na het avondeten kwam het meisje met een groot boek over vogels aanzetten. Opa zat op de bank bij de open haard en zij kroop naast hem. Hij was amper met zijn verhaal begonnen of ze sliep al. ‘Zuurstof maakt slaperig,’ zei hij. Waarna hij haar optilde en zijn kostbare kleinood naar hun kamer droeg.