Ze hadden vier nachten geboekt; een super lang weekend. Die tijd hadden ze nodig, hadden ze van tevoren gemaild, om allerlei tentoonstellingen in de musea in onze buurt te bezoeken. We hadden al kaartjes voor ze gereserveerd. Het was een soort puzzeltocht geworden van het ene museum naar het andere met een tussenstop voor een lunch. Ze hadden er zin in, toen ze op woensdag vroeg in de avond aankwamen. Want ze waren moe. Met allebei een drukke baan bleef er veel te weinig tijd over voor museumbezoekjes. Dat was een luxe die ze zich alleen konden permitteren in weekenden zoals dit.
Ze zouden op tijd ontbijten. Om acht uur als dat kon. Maar om acht uur was er niemand en om half tien, toen ik buitenom ging kijken, waren de gordijnen van hun slaapkamer nog potdicht. Toen ze om tien uur, totaal verdwaasd, aan het ontbijt verschenen hadden ze nog niet eens gedoucht, zeiden ze. Ze hadden gewoon heel erg vast geslapen. Blijkbaar hadden ze het nodig. We veronderstelden dat ze snel zouden ontbijten om er vervolgens als de brandweer vandoor te gaan. Maar nee! Om half twaalf kwam hij melden dat ze hadden besloten om vandaag lekker hier te blijven en helemaal niets te ondernemen.
Ik stelde voor dat ik de loungers onder de beuk zou zetten zodat ze onbekommerd van het weer konden genieten. ‘Het beste plan ooit,’ zei hij blij.
Lang verhaal kort? Hun hele lange weekend zijn ze niet één keer van het terrein af geweest. Drie hele dagen verpoosden ze onder de oude beuk en hun enige activiteit was het verorberen van de lunch die we voor hen klaarmaakten. Ze sliepen, ze lazen de boeken uit onze bibliotheek, ze kletsten wat. Voor het diner deden ze eerst nog even een dutje en pas op avond drie bleven ze na het eten nog even plakken voor een glaasje.
Ze hadden in geen tijden zo genoten, zeiden ze bij het afscheid. Wij ook niet trouwens. Gasten zo zien genieten, dat is waar we dit allemaal voor doen!